Bestuurlijke samenvatting

Bestuurlijke samenvatting

Ten opzichte van de Kadernota 2024 zijn er mutaties in de financiële positie. Deze mutaties komen voort uit de financiële verwerking van de Meicirculaire 2023 en actuele ontwikkelingen die nog geen plek hebben gekregen in de Kadernota 2024.

Uitgangspunten Kadernota 2024-2027 (t.o.v. bijgestelde stand 2023)

  • Loonontwikkeling: 2024-2027 (in afwijking van de CAO): 3%
  • Subsidies gesubsidieerde instellingen: 2024-2027: 3%
  • Tarieven WMO en Jeugd: 2024: 4,87% en 2025-2027: 3%
  • Kosten van derden: algemeen: 3,1%
  • Verbonden partijen: 3%
  • Omslagrente: 1%
  • Rente grondexploitaties: 0,6%
  • Gemeentelijke belastingen: 2024 (CBS-CPI januari 2022): 7,6% voor 2025-2027: 3%
  • Gemeentelijke heffingen en leges 2024 (maar niet meer dan kostendekkend) 7,6% en voor 2025-2027 3%

Meicirculaire

In juni 2023 heeft de raad, naast de Kadernota 2024-2027, de uitwerking van de Meicirculaire ontvangen. De samenvatting hiervan is:

De verwerking van de Meicirculaire en de Hervormingsagenda Jeugd geeft het volgende meerjarige beeld:

In de Kadernota is vooruitlopend op de Meicirculaire een aantal aannames gedaan om tot een reële berekening van de algemene uitkering te komen. Bij het verwerken van de Meicirculaire zijn deze als volgt aangepast:

Structurele rijksbijdrage vanaf 2027

Vooruitlopend op een nieuwe financieringssytematiek heeft het kabinet in de septembercirculaire 2022 in 2026 eenmalig € 1 miljard beschikbaar gesteld. Dit bedrag is in de meicirculaire 2023 vanaf 2027 structureel opgenomen. Later dit jaar, in de septembercirculaire 2023, wordt van dit bedrag nog een deel in het BTW compensatiefonds (BCF) gestort. We schatten in dat hierdoor per saldo via de algemene uitkering € 924 miljoen beschikbaar blijft en € 76 miljoen aan het BTW compensatiefonds wordt toegevoegd.

Accres

Sinds de meicirculaire 2022 is het accres gesplitst in een volume- en een nominaal deel, waarbij het nominale deel ter compensatie is van loon- en prijsstijging en het volumedeel ter compensatie van bevolkingstoename en reëel accres. In de meicirculaire 2023 zijn de LPO-accressen voor de jaren 2023 tot en met 2027 bijgewerkt en is sprake van een opwaartse bijstelling voor alle jaren.

Jeugdzorg

Gemeenten en Rijk hebben een principeakkoord bereikt over het financiële kader voor de Hervormingsagenda Jeugd. De beschikbaarstelling van extra middelen en de verdeling is onder voorbehoud van de omzetting van het principeakkoord in een definitief akkoord op het geheel van de Hervormingsagenda. In totaal wordt € 1,36 miljard in 2024 en € 859 miljoen in 2025 aan de algemene uitkering van het gemeentefonds toegevoegd voor jeugdzorg.
Voor de jaren 2026 en verder hanteren we de reeds opgenomen stelpost Jeugd. We stellen deze echter wel naar beneden bij van 100% naar 75% van het gemeentelijk aandeel in de gereserveerde aanvullende post voor jeugdzorg.
De verwerking van de besparingen op basis van de Hervormingsagenda Jeugd stelt ons voor een aantal keuzes. Deze bevat een groot pakket maatregelen om de jeugdzorg te verbeteren en financieel houdbaar te krijgen. De besparingen in 2024 en 2025 worden verzacht maar vanaf 2026 blijft een forse bezuiniging staan die al wel financieel door het Rijk wordt doorgevoerd maar waar de precieze uitwerking nog onduidelijkheden bevat.
In principe mogen wij de ingeboekte bezuiniging door het Rijk doorvoeren en als realistisch beschouwen. We vinden dit echter een risico. Een deel van de bezuiniging Jeugd heeft met aftopping van de zwaar specialistische jeugdhulp te maken. Deze wordt gerealiseerd doordat bekostiging op landelijk niveau gaat plaatsvinden. Een ander deel van de bezuiniging heeft met reductie lichte jeugdzorg te maken die de gemeente zelf moet realiseren. Het is de vraag of dit (volledig) lukt.
Voor Zwartewaterland gaat het voor de jaren 2025 en 2026 om een bezuiniging van € 600.000. Vanaf 2027 is dit structureel 500.000. We boeken de bezuiniging van € 300.000 voor de zwaar specialistische jeugdhulp volledig in. Daarnaast verwachten we inzake de lichte jeugdhulp nog € 300.000 trapsgewijs te kunnen realiseren vanaf 2026. We verwachten dit te realiseren door de samenwerking met de huisartsen te intensiveren, welzijnsinstellingen, onderwijs en de inzet van jongerenwerkers.

Integraal zorgakkoord (Wmo abonnementstarief) en Eigen bijdrage WMO

Het kabinet stelt structureel extra middelen (€ 110 miljoen) beschikbaar aan gemeenten samenhangend met het Integraal Zorgakkoord, ter compensatie van gemeenten voor gestegen kosten als gevolg van de invoering van het abonnementstarief Wmo.
Het abonnementstarief in de Wmo 2015 wordt afgeschaft en in plaats daarvan wordt de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo 2015 heringevoerd. Daarbij is het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de vormgeving zoals die voorheen was met oog voor inkomenseffecten en het beroep dat wordt gedaan op de Wmo. Anders dan beoogd in het Coalitieakkoord verdwijnt het abonnementstarief niet alleen voor de huishoudelijke hulp, maar voor alle Wmo-voorzieningen waarop het abonnementstarief nu van toepassing is. Hiervoor wordt een wetsvoorstel voorbereid. Het huidige wetsvoorstel voor invoering van de passende eigen bijdrage huishoudelijke hulp (waarvan de inwerkingtreding per 2025 werd voorzien) wordt ingetrokken.

Toelichting op overheveling decentralisatie uitkering naar specifieke uitkering

Op 8 februari 2023 is de Regeling specifieke uitkering voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en sociale basis 2023-2026 (SPUK-SGCS, ook wel ‘brede SPUK”) gepubliceerd. Voor de bestaande Brede Regeling Combinatiefuncties betekent dit een wijziging van het type uitkering van een decentralisatie uitkering naar een specifieke uitkering. De inkomensoverdracht vindt niet meer plaats via het gemeentefonds, maar zal via de specifieke uitkering plaatsvinden. Een en ander verloopt voor de begroting budget neutraal.

Actuele ontwikkelingen

Naast de ontwikkelingen in de algemene uitkering spelen natuurlijk ook de andere financiële ontwikkelingen, zoals de energieprijzen, de inflatie en de stijgende lonen. Met alle ontwikkelingen die op ons afkomen heeft ook dit een grote impact op onze begroting. We hebben zoveel mogelijk hierop geanticipeerd, maar vooruitkijken is lastig en de wereld verandert elke dag.
Op dit moment is de begroting 2024 sluitend. Structureel is het meerjarenperspectief voor de jaren 2026 en 2027 echter niet sluitend. Voor de provincie betekent een niet structureel sluitende begroting in het toezicht dat wij waarschijnlijk een oranje vlag krijgen. Het repressief toezicht blijft bestaan omdat we wel voor 2024 de begroting sluitend hebben. Voor veel gemeenten is de meerjarenbegroting vanaf 2026 een uitdaging. Landelijk worden er gesprekken gevoerd om te komen tot een herziening van de bekostiging van gemeenten. De val van het kabinet vertraagd naar alle waarschijnlijkheid de besluitvorming hieromtrent. We kiezen ervoor om realistisch te begroten en de zorgen voor 2026 en verder weer te geven in een realistisch meerjarenperspectief.

Deze pagina is gebouwd op 12/05/2023 11:58:45 met de export van 12/05/2023 11:45:24